Open mondgedrag
Bij open mondgedrag staat de mond teveel open en wordt er adem gehaald door de mond in plaats van door de neus, waardoor de mond uitdroogt. We noemen dat mondademen. Door het uitdrogen van de mond hoeft er veel minder geslikt te worden. Dit heeft tot gevolg dat de buis van Eustachius, die de neusholte met het oor verbindt, te weinig wordt gereinigd. De kans op oorontstekingen neemt hierdoor toe. Bij mondademen wordt de lucht niet gereinigd en verwarmd. Dit kan verkoudheden en andere luchtwegklachten veroorzaken.
Afwijkend slikken
Afwijkend slikken kan een gevolg zijn van mondademen. Doordat de tong laag in de mond ligt wordt deze tijdens het slikken tussen of tegen de tanden geperst. Door het duwen tegen de tanden kunnen de tanden scheef gaan staan. Ook tijdens het spreken kan de tong tussen de tanden komen. Afwijkend slikken kan ook voorkomen als er gewoon door de neus geademd wordt.
Duimen of vingerzuigen
Een andere afwijkende mondgewoonte is duimen of vingerzuigen. Wanneer een kind nog jong is heeft het een grote zuigbehoefte. Hierdoor kan een jong kind op zijn of haar duim, vinger of speen gaan zuigen. Dat is heel normaal. Dit gedrag kan echter een gewoonte worden. Een afwijkende gebitsstand, afwijkend slikken en/of slissen kunnen hier een gevolg van zijn.
Onder afwijkende mondgewoonten worden die gewoonten verstaan die negatieve gevolgen hebben voor de gebitsstand, het spreken en het gehoor. Openmondgedrag, afwijkend slikken en duimzuigen zijn afwijkende mondgewoonten. Ook nagelbijten kan een negatieve invloed hebben op het gebit/kaakgewricht.
In 2017 heeft Anne een cursus OMFT gevolgd en sindsdien past zij deze behandelmethode veelvuldig toe bij cliënten met afwijkende mondgewoonten.
Meld uw kind direct aan via het aanmeldformulier.
Meer informatie over afwijkende mondgewoonten vindt u hier: